BIJGERECHT VOOR 4 PERSONEN
BEREIDINGSTIJD: 60 MIN. + 2 UUR TIJD OM TE MARINEREN
Ingrediënten
Voor de marinade
35 g citroengras, fijngehakt (vers of bevroren)
2 sjalotten, fijngesneden
4 teentjes knoflook
1-2 verse rode chilipepers, in ringetjes (of 1/2 tl cayennepeper)
1 stuk galangal/laos ter grootte van een duim, in dunne plakjes (of gember)
1/2 tl kurkuma
2 el gemalen koriander
2 tl komijn
3 el donkere sojasaus (verkrijgbaar bij Aziatische winkels)
3 el vissaus
6 el bruine suiker
2 el plantaardige olie
Voor het vlees
8 kippendijen zonder been, in kleine, dunne stukjes gesneden (of rundvlees)
1 pakje houten spiesjes
Voor de saus
Pindasaus (naar wens, bijvoorbeeld Thaise pindasaus)
Bereiding
- Maak de marinade door citroengras, sjalotten, knoflook, chilipepers, laos of gember, kurkuma, koriander, komijn, sojasaus, vissaus, bruine suiker en olie in een keukenmachine of hakmolen te doen. Maalhet goed.
- Proef de marinade. Het moet zoet, pittig en zout zijn. Om de saté op zijn best te laten smaken, moeten de sterkste smaken zoet en zout zijn. Voeg meer suiker of meer vissaus toe (in plaats van zout) om de smaak aan te passen. Je kunt ook meer chili toevoegen als je het pittiger wilt.
- Snijd de kip (of rundvlees) in kleine stukjes of reepjes – dunner is beter.
- Doe in een kom en giet de marinade erover. Roer goed. Laat minimaal 2 uur marineren, of langer (maximaal 24 uur).
- Als het vlees klaar is om te bakken, rijg je het vlees op de spiesjes. Vul tot 3/4 van de spies, laat de onderste helft leeg, zodat je het stokje kunt vasthouden.
- Grill de saté en bedruip de eerste keer dat je hem omdraait met een beetje van de overgebleven marinade uit de kom. Afhankelijk van hoe dun je vlees is, moet de saté in 10 tot 20 minuten gaar zijn.
- Serveer met Thaise jasmijnrijst en pindasaus. Serveer voor extra speciale gelegenheden met Thaise kokosrijst. Ook lekker met zuur van komkommer en ui!